Klantenservice
INSTALLATIE HANDLEIDING: HPI UNIVERSELE ONTSTEKING – ANALOGE 1 CILINDER 2 TAKT
1. Zet de piston op 2 à 4 mm voor zijn dood punt. (OT) → zie figuur 1
2. Monteer de rotor en de stator op die wijze dat beide merktekens overeenkomen.
- voor rechtsdraaiend: 2de grote streepje van links → zie figuur 2
- voor linksdraaiend: 2de grote streepje van rechts → zie figuur 3
Opgelet: let ook op de positie van het HPI Logo op de rotor. Draai de schroeven nog niet vast.
3. Zorg dat en de piston goed staat en de merktekens overeenkomen. Stel eventueel bij door de grondplaat van de stator te verdraaien.
4. Schroef de grondplaat stevig vast.
5. Aansluitingen:
- De 3 polige connector van de stator aan de 3 polige connector van de CDI.
- De oranje kabel naar de HT-coil (bobijn).
- De HT-coil moet samen met de zwarte kabel worden vastgemaakt aan het frame voor massa.
- De zwart/witte kabel naar de on/off switch.
- De optionele gele en geel/blauwe kabels dienen om een curve te selecteren;
- kabels los → curve 1
- kabels verbonden → curve 2
OPMERKINGEN:
- Om vermogen te winnen, kan je proberen de 2 à 4 mm instelling iets bij te stellen.
- HPI kan zorgen voor een schakelaar om tussen de optionele gele en geel/blauwe kabels te zetten, wat het selecteren van een curve zeer makkelijk maakt.
- De optionele gele en geel/blauwe kabels mogen nooit in contact komen met het frame of de massa !!!
